Bijbelse Waarheden

Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt (PDF) PDF-Versie

Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt



Een van de meest voorkomende, maar op de een of andere manier als "onschuldig" beschouwde zonden is het oordelen over onze medemens. "Die persoon is zo," zullen we horen of zelf gezegd of gedacht hebben, en dit wordt meestal gevolgd door een opsomming van de tekortkomingen van die persoon. Het maakt niet uit of de lijst kort of lang is, goed of fout. Oordelen over de ander, en daar gaat het om, is altijd verkeerd. Zoals onze Heer ons vertelt:

Matteüs 7:1-2
"Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want op grond van het oordeel dat je velt, zal over jou geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden."

En in Lucas 6:37
"Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden."

Laten we de woorden van onze Heer de aandacht geven die ze verdienen. Zijn woorden zijn niet zomaar een gebod! Hij zegt niet alleen: "Oordeel niet." Hij zegt "oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt." Dus lieve broeder, als we anderen niet oordelen, zullen we ook NIET door Hem geoordeeld worden! En met welke maatstaf we anderen ook meten, Hij zal dezelfde maatstaf gebruiken om ons te meten! Oordelen wij anderen streng? Ook Hij zal ons streng oordelen! Zien we de fouten van anderen over het hoofd? Hij zal die van ons ook over het hoofd zien! Opnieuw zien we dat we door ons eigen gedrag bepalen wat er met onszelf zal gebeuren. Zoals de Heer zegt in het gebed dat Hij ons gaf: "Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is." (Matteüs 6: 12). Vergeven wij degenen die tegen ons zondigen? De Heer zal ook onze zonden vergeven. Vergeven wij anderen niet? Dan zullen wij ook niet vergeven worden. Hij heeft het Zelf duidelijk gezegd: "Maar indien gij niet vergeeft, zo zal uw Vader, Die in de hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven" (Markus 11:26). En terug naar het niet oordelen: we zien dat er als het ware een "pas" is, en die geven we onszelf als we anderen niet oordelen. Dan, gegarandeerd, op basis van de onfeilbare woorden van onze Heer, zal ook Hij ons niet oordelen, en zullen we met die "pas" gemakkelijk langs de rechterstoel van Christus komen, waarvoor we allemaal zullen staan om rekenschap af te leggen:

Romeinen 14:10-12
"Wie bent u dat u een oordeel velt over uw broeder of zuster? Wie bent u dat u neerziet op uw broeder of zuster? Wij allen zullen voor Gods rechterstoel komen te staan, want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef – zegt de Heer –, voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ Ieder van ons zal dus over zichzelf verantwoording tegenover God moeten afleggen."

Hebreeën 9:27
"Mensen moeten eenmaal sterven en daarna volgt het oordeel.".

En 2 Korintiërs 5:10
"Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht."

Niet sommigen, maar ALLEN van ons zullen voor de rechterstoel van Christus staan om rekenschap af te leggen. We zullen voor de onfeilbare Rechter staan die zonder partijdigheid onze daden zal beoordelen. Zij die denken dat dit niet zal gebeuren, misleiden zichzelf door de Schriften te negeren en te verdraaien. "We zullen allemaal verschijnen" zegt Paulus en zet zichzelf er ook bij. En de waarheid is dat we beoordeeld zullen worden naar hoe we onze medemensen behandeld hebben. Een zwaar en streng oordeel over degene die anderen zwaar en streng heeft beoordeeld. Geen oordeel over degene die zijn mond en hart hield, de woorden van de Heer volgde en zijn medemens niet oordeelde. Dus wat voor soort oordeel zouden wij willen ontvangen? Een streng oordeel of in plaats daarvan het door de vingers zien van onze zeker vele fouten? Ik denk zeker het tweede. Dat zal gebeuren, zolang we nu hetzelfde doen met anderen en het oordeel overlaten aan Hem aan wie het toekomt!

Tassos Kioulachoglou