Bijbelse Waarheden

De zeven broden en enkele visjes (Markus 8:1-8) (PDF) PDF-Versie

De zeven broden en enkele visjes (Markus 8:1-8)



Het was een erg drukke dag. Jezus, de discipelen en een grote menigte waren in de wildernis. Stel je dit beeld voor: de Heere leidt en achter Hem volgt Zijn volk. Zo zou het altijd moeten zijn. Voorop, en als eerste, leidt de Heere Jezus Christus de weg, en achter Hem, wij ALLEN die Hem volgen. Vervolgens zegt Markus 8, vers 1-3:

“In die dagen, toen er een heel grote menigte bijeen was en zij niets te eten hadden, riep Jezus Zijn discipelen bij Zich en zei tegen hen: Ik ben innerlijk met ontferming bewogen over de menigte, want zij blijven al drie dagen bij Mij en hebben niets wat zij kunnen eten. En als Ik hen nuchter naar hun huis stuur, zullen zij onderweg bezwijken, want sommigen van hen komen van ver.”

De Heere was met ontferming bewogen over de noden van deze mensen. Hij heeft mededogen voor degenen die Hem volgen op de weg. Hij is barmhartig aan eenieder die Hem volgt en Hij bekommert zich om onze zorgen. “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:7) zei de Heilige Geest later door Petrus, een van de discipelen die die dag met Jezus waren. Verdergaande met de passage in Markus, de Heere was met ontferming bewogen over de menigte en riep zijn discipelen. En terwijl Hij alles alleen had kunnen doen, gaf Hij er de voorkeur aan, Zijn zorg voor anderen met Zijn discipelen te delen. Zij dachten goed na en antwoordden met een …...hoe:

Markus 8:4
“En Zijn discipelen antwoordden Hem: Waar haalt iemand hier in deze afgelegen plaats zoveel broden vandaan, dat hij deze mensen kan verzadigen?”

Jezus had hen niet gevraagd “hoe?”, maar dat was wel de eerste vraag die bij hen opkwam. De Heere vertelt ons dingen maar in plaats van dat wij zeggen “Ja, Heere, dat zou geweldig zijn”, zeggen we “Hoe kunnen wij dit doen?” We kijken naar onszelf en onze eigen mogelijkheden. De Heere beantwoordde hun vraag met een andere vraag:

Markus 8:5
“En Hij vroeg hun: Hoeveel broden hebt u? En zij zeiden: Zeven.”

Wat waren nu slechts zeven broden voor die hele menigte van mensen? In de handen van de Heere: meer dan genoeg! Alles wat je in Zijn hand geeft wordt vermenigvuldigd. En zo ging het ook met die zeven broden:

Markus 8:6-7
“En Hij gebood de menigte op de grond te gaan zitten. En Hij nam de zeven broden en nadat Hij gedankt had, brak Hij ze en gaf ze aan Zijn discipelen om ze hun voor te zetten; en zij zetten ze de menigte voor. En zij hadden enkele visjes; en toen Hij ze gezegend had, zei Hij dat zij ook die moesten voorzetten.”

De Heere verwachtte niet van de discipelen dat zij het brood gingen maken. Het enige wat Hij hen vroeg was, Hem de zeven broden en enkele vissen te geven en vervolgens een overvloed van brood en vis uit Zijn handen te nemen en voor de mensen te zetten. God's dienaren worden niet gevraagd het brood te maken, maar het brood aan te nemen uit de hand van de Heere en het te geven aan de mensen. Vers 8 vervolgt:

Markus 8:8
“En zij aten en werden verzadigd. En zij raapten het overschot van de stukken brood op, zeven manden.”

Alleen het voedsel wat uit de handen van de Heere komt kan de mens die tot Zijn huishouden behoort, vervullen. Met ons eigen “voedsel”, die zeven broden, blijven wij en diegenen aan wie we het geven altijd honger houden. Maar Zijn voedsel echter, is genoeg tot verzadiging van iedereen, zelfs meer dan genoeg.

“Kun je je niet herinneren?”

Maar het verhaal eindigt hier niet. Een paar verzen later lezen we:

Markus 8:14-16
“En Zijn discipelen hadden vergeten broden mee te nemen en zij hadden niet meer dan één brood bij zich in het schip. En Hij gebood hun en zei: Kijk uit, pas op voor het zuurdeeg van de Farizeeën en voor het zuurdeeg van Herodes. En zij spraken er met elkaar over en zeiden: Dit zegt Hij, omdat wij geen broden hebben.”

Deze mensen waren dezelfden die zojuist op wonderbaarlijke wijze uitgedeeld hadden- brood makend voor vier duizend mannen. En toch, slechts enkele uren later, redeneerden zij dat ze niet genoeg brood hadden. Het is duidelijk dat, wat de Heere had gedaan, hen niet geraakt had. Ja, ze hadden het werk gedaan, ze hadden het brood uitgedeeld maar hun harten waren niet geraakt. Het is niet genoeg om slechts het werk te doen, je moet het doen met je HART! Wanneer je het niet met je hart doet, dan kun je vele broden van de Heere hebben uitgedeeld maar toch nog steeds denken aan en je zorgen maken over je eigen brood. En toen antwoordde de Heere:

Markus 8:17-21
“En Jezus, Die dat wist, zei tegen hen: Waarom spreekt u erover met elkaar dat u geen broden hebt? Ziet u het nog niet in en begrijpt u het niet? Hebt u nog uw verharde hart? U hebt ogen, en u ziet niet? En u hebt oren, en u hoort niet? En herinnert u zich niet, toen Ik de vijf broden brak voor de vijfduizend mannen, hoeveel volle manden met stukken brood u opraapte? Zij zeiden tegen Hem: Twaalf. En toen Ik de zeven brak voor de vierduizend mannen, hoeveel volle manden met stukken brood u opraapte? En zij zeiden: Zeven. En Hij zei tegen hen: Waarom begrijpt u het dan niet?”

Werkelijk, hoe konden zij dit zijn vergeten? Hoe kan het dat wij het ons niet herinneren? Mijn vriend, bedenk en herinner je alle geweldige dingen die de Heere voor jou heeft gedaan. Stop met redeneren en denken over jezelf en jouw eigen brood. Wanneer jouw wandel met zicht is en niet met geloof, zul je alleen zover gaan als je brood hebt. Maar de Heere kan uit niets brood maken. Het brood wat je in Zijn handen geeft kan duizenden meer voortbrengen, in staat om jou en velen anderen te voeden. In Lukas 22:35 vroeg Hij de discipelen:

“En Hij zei tegen hen: Heeft het u aan iets ontbroken, toen Ik u uitzond zonder beurs, reiszak en sandalen? Zij zeiden: Aan niets.”

Je hebt niets anders nodig om de Heere te dienen dan gehoorzaamheid aan Hem. Het zal je aan niets ontbreken wanneer je Hem dient. En zoals Hij zei tot Petrus:

Markus 10:28-30
“En Petrus begon tegen Hem te zeggen: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. En Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de wereld die komt, het eeuwige leven.”

Amen Heere!

Anastasios Kioulachoglou