Bijbelse Waarheden

De barmhartigheid van de Heere (PDF) PDF-Versie

De barmhartigheid van de Heere



De barmhartigheid van de Heere is een veel besproken onderwerp in het Woord van God. Het woord “barmhartigheid” komt meer dan 250 keer voor en vandaag zullen we kijken naar een aantal van deze.

1. Barmhartigheid: wat is het?

Om te begrijpen wat barmhartigheid is, zullen we beginnen in Lukas 10:30-37. Daar geeft Jezus d.m.v een gelijkenis, antwoord op de vraag van een wetgeleerde over wie onze naaste is.

“Jezus antwoordde en zei: Een man ging van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem de kleren uittrokken, hem daarbij slagen toedienden en hem bij hun vertrek halfdood lieten liggen. Toevallig kwam er een priester langs diezelfde weg, en toen hij hem zag, ging hij aan de overkant voorbij. Evenzo ging ook een Leviet, toen hij op die plek kwam en hem zag, aan de overkant voorbij. Maar een Samaritaan die op reis was, kwam in zijn buurt, en toen hij hem zag, was hij met innerlijke ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden en goot er olie en wijn op. Hij tilde hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En toen hij de volgende dag wegging, haalde hij twee penningen tevoorschijn, en hij gaf ze aan de waard en zei tegen hem: Zorg voor hem, en wat u verder aan kosten maakt, zal ik u geven als ik terugkom. Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die in handen van de rovers gevallen was? En hij zei: Degene die hem BARMHARTIGHEID bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo.”

In tegenstelling tot de priester en de Leviet, weigerde de Samaritaan om onverschillig te zijn tegenover de half-dode reiziger. In tegendeel, hij was met ontferming bewogen; hij toonde barmhartigheid en hielp hem. Barmhartigheid is dus ontferming hebben voor iemand; helpen uit liefde, zonder iets terug te verwachten. En de Heere is rijk aan barmhartigheid. Kenmerkend is wat we zien in Efeze 2.

Efeze 2:4-6
“Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden –en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”

Het was niet onze waarde of wat wij zelf konden doen wat ons zaligheid gaf, maar de genade, liefde en barmhartigheid van God. Net als de reiziger die door de rovers half dood werd achtergelaten, zo waren wij ook dood in overtredingen en zonden. Religie, filosofie en al het andere kon ons niet helpen. Die passeerden ons net als de Leviet en de priester. Maar de Heere, “Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt”. Hij strekte Zijn hand uit en “heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde” (Kolossenzen 1:13). Zoals 1 Petrus 1:3 zegt:

“Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden”

Romeinen 5:8
“God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.”

Wij waren dood. Hij was vol van liefde, barmhartigheid en mededogen. Hij strekte Zijn hand uit en maakte ons levend. Onwaardig zijnde, maakte Hij ons waardig. Zondaars zijnde, maakte Hij ons rechtvaardig. Zijn vijanden zijnde, verzoende Hij ons met Zichzelf. In het koninkrijk der duisternis zijnde, zette Hij ons over in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Werkelijk, hoe groot is Zijn genade, liefde en barmhartigheid voor een ieder van ons persoonlijk!

2. “Voorwerpen van barmhartigheid”

Verdergaand met hetzelfde onderwerp, gaan we naar Romeinen 9. Daar lezen we in verzen 15 en 16:

“Want Hij zegt tegen Mozes: Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontferm en zal barmhartig zijn voor wie Ik barmhartig ben. Zo hangt het dan niet af van hem die wil, ook niet van hem die hardloopt, MAAR VAN GOD DIE ZICH ONTFERMT

Met andere woorden, het gaat niet over hoe hard wij lopen. Het heeft niets te doen met onze kracht en inspanningen, maar met de barmhartigheid van God. Zonder Zijn barmhartigheid, uit onszelf, kunnen we niets doen (Johannes 5:30, 15:5) We gaan verder in Romeinen 9:22-24.

“En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdragen heeft? En dat met het doel om de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van Zijn ontferming, die Hij van tevoren bereid heeft tot heerlijkheid? Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.”

Voorwerpen van toorn bestaan, maar dat zijn wij NIET. In tegendeel, wij zijn voorwerpen van barmhartigheid, door God tevoren bereid om de rijkdom van Zijn heerlijkheid te kennen. Hij heeft ons tevoren bereid voor Zijn Heerlijkheid! Zijn barmhartigheid is van generatie op generatie. Zoals Lukas 1:50 ons zegt:

“En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over hen die Hem vrezen.”

En zoals Psalm 25:10 zegt:
Alle paden van de HEERE zijn goedertierenheid [barmhartigheid] en trouw voor wie Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht nemen.”

Verdergaand in de Psalmen met het onderwerp van barmhartigheid, zullen we nu een aantal karakteristieke verzen geven.

Psalm 33:18
“Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen, op hen die op Zijn goedertierenheid [barmhartigheid] hopen”

Psalm 32:10
“Maar wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid[barmhartigheid] omringen”

Psalm 33:5
“De aarde is vol van de goedertierenheid [barmhartigheid] van de HEERE. “

Psalm 36:8-10
“Hoe kostbaar is Uw goedertierenheid [barmhartigheid-zelfde Hebreeuwse woord als op alle andere plaatsen], o God! Daarom nemen de mensenkinderen de toevlucht onder de schaduw van Uw vleugels. Zij worden verzadigd met de overvloed van Uw huis; U laat hen drinken uit Uw beek vol verrukkelijke gaven. Want bij U is de bron van het leven; in Uw licht zien wij het licht. Strek Uw goedertierenheid [barmhartigheid] uit over wie U kennen, en Uw gerechtigheid over de oprechten van hart.”

Psalm 57:10
“Want Uw goedertierenheid [barmhartigheid]is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken.”

Psalms 63:4
“Uw goedertierenheid [barmhartigheid] is immers beter dan het leven;”

Psalm 69:17
“Uw goedertierenheid [barmhartigheid] is rijk”

Psalm 86:15
“ Maar U, Heere, bent een barmhartig en genadig God, geduldig en rijk aan goedertierenheid [barmhartigheid] en trouw.”

Psalm 103:13, 17
“Zoals een vader zich ontfermt [het Hebreeuwse woord betekent “diepe liefde, barmhartigheid en mededogen hebben”] over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE zich over wie Hem vrezen..... de goedertierenheid [barmhartigheid] van de HEERE is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen.”

Psalm 89:15
“Goedertierenheid [barmhartigheid] en trouw gaan voor Uw aangezicht uit.”

Psalm 103:11
“Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid [barmhartigheid] machtig over wie Hem vrezen.”

Psalm 103:1-4
“Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,”

Psalm 118:1
“Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid [barmhartigheid] is voor eeuwig.”

Hoewel er nog vele andere referenties zijn aan de barmhartigheid van de Heere, volgt hier een samenvatting van wat we tot nu toe gezien hebben:

i) God is rijk aan barmhartigheid, en heeft ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren doen worden.

ii) Al Zijn wegen zijn barmhartigheid en waarheid, en deze gaan Hem vooruit.

iii) De hele aarde is vol van Zijn barmhartigheid. Zijn barmhartigheid duurt van generatie op generatie, aan hen die Hem vrezen.

iv) Zijn oog is op hen die op Zijn barmhartigheid vertrouwen en die barmhartigheid omringt hen.

v) Zijn barmhartigheid is goed en kostbaar. Het is beter dan het leven zelf!

vi) Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de Heere zich over wie Hem vrezen.

vii) Zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid machtig en Hij kroont ons met barmhartigheid. Wij zijn voorwerpen van barmhartigheid, door Hem bereid voor heerlijkheid!

3. Meer voorbeelden van de barmhartigheid van de Heere.

Vervolgens zullen we nog een aantal voorbeelden van de barmhartigheid van de Heere bekijken, zoals die gegeven worden in de Bijbel. Zo was het ook de barmhartigheid van de Heere voor Abraham, die zijn knecht leidde naar het land van zijn voorvaderen, om een vrouw voor Izak te vinden. Na alles wat beschreven is in Genesis 24:1-25 en nadat hij Rebekka, Izak's toekomstige vrouw, had ontmoet: “knielde die man [de knecht] en boog zich voor de Heere neer. Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die mijn heer Zijn goedertierenheid en Zijn trouw niet onthouden heeft.”

Het was de barmhartigheid van de Heere die Lot en zijn familie redde van de verwoesting van Sodom:

Genesis 19:17-19
“En het gebeurde, toen zij [de engelen] hen buiten de stad gebracht hadden, dat Hij zei: Vlucht voor uw leven, kijk niet achter u en blijf nergens op heel deze vlakte staan; vlucht naar het bergland, anders wordt u weggevaagd. Maar Lot zei tegen hen: Nee toch, Heere. Zie toch, Uw dienaar heeft genade gevonden in Uw ogen, en U hebt Uw grote goedertierenheid aan mij bewezen door mijn ziel in leven te houden.”

Het was de genade en barmhartigheid van de Heere die Jozef behielden gedurende die eerste moeilijke jaren in Egypte:

Genesis 39:21
“Maar de HEERE was met Jozef en bewees hem Zijn goedertierenheid; Hij gaf hem genade in de ogen van het hoofd van de gevangenis.”

Ondanks de moeilijkheden, die allen binnen God's plan vielen, was de Heere met Jozef en bewees hem barmhartigheid.

4. “Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen”...

De barmhartigheid van de Heere wordt niet met mate gegeven. Het is niet iets wat de Heere SOMS geeft. Zijn barmhartigheid is niet tijdelijk maar wordt juist permanent gegeven. HET IS EEN KENMERK VAN ZIJN NATUUR. Zoals Hij ons adviseert in Hebreeën 4:

Hebreeën 4:14-16
“Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.”

Wij hebben barmhartigheid nodig. Er is niemand die dat niet nodig heeft. Laten wij daarom met vrijmoedigheid naderen tot de troon van genade, om te ontvangen wat we nodig hebben. Laten wij onze harten openen tot God. Laat ons vragen om Zijn barmhartigheid en mededogen, zoals David ook deed in verschillende situaties:

Psalm 4:2
“Wees mij genadig en luister naar mijn gebed”

Psalm 6:3
“ Wees mij genadig, Heere, want ik ben verzwakt"

Psalm 9:14
“Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, mij aangedaan, door wie mij haten,”

Psalm 25:16
“Wend U tot mij en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig.”

Psalm 30:11
“Luister, HEERE, en wees mij genadig; HEERE, wees mijn Helper.”

Psalm 31:10, 17
“Wees mij genadig, HEERE, want angst benauwt mij;.....Doe Uw aangezicht over Uw dienaar lichten, verlos mij door Uw goedertierenheid.”

Psalm 51:3
“Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid.”

Psalm 86:16
“Wend U tot mij en wees mij genadig, geef Uw dienaar Uw kracht, verlos de zoon van Uw dienares.”

Psalm 123
“...zoals de ogen van dienaren gericht zijn op de hand van hun heren en zoals de ogen van een dienares gericht zijn op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op de HEERE, onze God, totdat Hij ons genadig is. Wees ons genadig, HEERE, wees ons genadig”

Niemand die de barmhartigheid van de Heere zocht, bleef met lege handen achter.

De twee blinden.

Mattheüs 9:27-31
“En toen Jezus vandaar verderging, volgden Hem twee blinden, die riepen: Zoon van David, ontferm U over ons! Toen Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden naar Hem toe. En Jezus zei tegen hen: Gelooft u dat Ik dat kan doen? Zij zeiden tegen Hem: Ja, Heere. Toen raakte Hij hun ogen aan en zei: Het zal u gaan naar uw geloof. En hun ogen werden geopend.”

De Kananese vrouw

Mattheüs 15:22-28
“En zie, een Kananese vrouw, die uit dat gebied kwam, riep naar Hem: Heere, Zoon van David, ontferm U over mij! Mijn dochter is ernstig door een demon bezeten. Maar Hij antwoordde haar met geen woord. En Zijn discipelen kwamen naar Hem toe en vroegen Hem: Stuur haar weg, want zij roept ons na. Hij antwoordde en zei: Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël. Maar zij kwam dichterbij, knielde voor Hem neer en zei: Heere, help mij! Hij antwoordde echter en zei: Het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen. Zij zei: Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter. Toen antwoordde Jezus en zei tegen haar: O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond.”

De maanzieke jongen

Mattheüs 17:15, 18
Heere, ontferm U over mijn zoon, want hij is maanziek en heeft veel te lijden, want dikwijls valt hij in het vuur en dikwijls in het water...En Jezus bestrafte hem, en de demon ging van hem uit; en het kind was vanaf dat moment genezen.”

Twee andere blinden

Mattheüs20:30-34
“En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden dat Jezus voorbijging: Heere, Zoon van David, ontferm U over ons! De menigte bestrafte hen, opdat zij zouden zwijgen; maar zij riepen des te meer: Ontferm U over ons, Heere, Zoon van David! En Jezus stond stil, riep hen en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal? Zij zeiden tegen Hem: Heere, dat onze ogen geopend worden. En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.”

5. Conclusie

De genade en barmhartigheid van de Heere voor Zijn kinderen is werkelijk mateloos, zo ver als de hemel van de aarde is. Wij zijn voorwerpen van barmhartigheid, voorwerpen door Hem voorbereid voor heerlijkheid! Hij heeft ons omringd met zijn liefde en mededogen. Hij is rijk aan barmhartigheid. Om de uitnodiging te herhalen:

Hebreeën 4:16
“Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.”

Anastasios Kioulachoglou