Bijbelse Waarheden

Wolven en schapen in de gemeente van God (PDF) PDF-Versie

Wolven en schapen in de gemeente van God



In Handelingen 20 zien we Paulus op reis naar Jerusalem. Dit zou zijn laatste reis zijn naar de plaatsen waar hij het Woord had gepredikt en discipelen van Christus had gemaakt. Na zijn aankomst in Efeze liet hij de ouderlingen van de plaatselijke gemeente halen.

Handelingen 20:17
“Maar hij stuurde iemand uit Milete naar Efeze en liet de ouderlingen van de gemeente halen.”

Deze mensen waren ouderlingen, d.w.z volwassen in het geloof, opzieners-zoals de volgende verzen duidelijk maken-door de Heilige Geest aangesteld om de gemeente van God te weiden. Nadat Paulus hen eraan herinnerde hoe hij zich had gedragen toen hij met hen was, gaf hij hen de volgende waarschuwing:

Handelingen 20:28-31
“Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Want dit weet ik: dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan. Daarom: wees waakzaam, en bedenk dat ik drie jaar lang, nacht en dag, niet heb opgehouden iedereen onder tranen terecht te wijzen.”

Het feit dat de mensen met wie Paulus hier samenkwam, opzieners waren, door de Heilige Geest aangesteld om de gemeente van God te weiden, betekent niet dat zij uitgezonderd waren van deze waarschuwing. Onder deze mensen, die tot dan toe de kudde weidden, zouden er enkelen zijn die op een dag de discipelen niet langer achter Christus zouden leiden maar achter zichzelf.

Dit is een erg sterke waarschuwing. Een evangeliebediening kan op een goede manier van start zijn gegaan. Een dienaar van God kan door Hem in de bediening zijn aangesteld; de Heere zelf kan hem aangesteld hebben als ouderling. En toch, dat wat zo goed startte hoeft niet automatisch zo goed door te gaan. Sommigen zullen dienen zoals het behoort. Maar sommige anderen niet. Hoewel God hen had aangesteld in de bediening en gaven had gegeven om Zijn volk te dienen, uiteindelijk zullen zij de discipelen afkeren van Christus en achter zichzelf aan leiden. Broeder, als jij het volk Gods dient, wees dan waakzaam dat je mensen naar Christus keert en niet naar jezelf. Wees waakzaam dat je ze op Christus wijst en niet op jezelf.

“Aan hun vruchten zult u hen herkennen”

De ouderlingen in de gemeente van Efeze die zich zouden afkeren en over wie Paulus spreekt, vallen in dezelfde categorie als de wolven die na Paulus' vertrek zouden binnenkomen en de kudde niet zouden sparen. Het verschil tussen een schaap en een wolf in de gemeente is uiterlijk niet te zien: ze kunnen er allebei uitzien als schapen. Het verschil zit hem in de vruchten die ze voortbrengen. Zoals de Heere zei:

Mattheüs 7:15-23
“Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen. Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen. Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!”

Het is interessant te zien dat de Heere spreekt over diegenen die het Koninkrijk der hemelen niet zullen binnengaan, onmiddelijk na Zijn vernoeming van de valse profeten en hoe dezen te herkennen. Valse profeten zullen ook “Heere, Heere” zeggen. Zij zullen ook wonderen verrichten en profeteren in Christus' naam. En toch maakt dit hen niet tot waarlijke, onvervalste discipelen. Het zijn niet de woorden, noch de wonderen en profetieen die het waarlijke van het onechte onderscheiden, de wolf van de schapen, maar de vruchten die iemand voortbrengt. Zoals Galaten 5 ons vertelt:

Galaten 5:19-21
“Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.”

Iemand kan zeggen dat hij de Heere kent. Hij kan zelfs wonderen gedaan hebben in Zijn naam. Hij kan geprofeteerd hebben in Christus' naam. Maar maken deze dingen hem tot een waarlijk schaap? Geven ze hem toegang tot het Koninkrijk van God, wanneer hij vruchten draagt zoals hier beschreven? Zoals de Heere zegt en Paulus herhaalt: NEE! Zoals ook Jakobus zegt:

Jakobus 2:14-18
“Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan? Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. Maar nu zal iemand zeggen: U hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.”

Dit schriftgedeelte heeft velen van ons verward. In het bijzonder wanneer het zegt: “Kan dat geloof hem zalig maken?” Maar dit gedeelte spreekt niet over het waarlijk geloof maar over het geloof wat iemand zegt dat hij heeft. Er staat: “als iemand zegt dat hij geloof heeft”. Geloof wat alleen in woord bestaat kan ons niet zalig maken.

Romeinen 10:9,10 zegt niet: “als u met uw mond de Heere Jezus belijdt zult u zalig worden”. Er staat:

Romeinen 10:9-10
“Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.”

“Want met het hart gelooft men”. Een belijdenis is oprecht wanneer het hart ermee overeenstemt. En wanneer er geloof in het hart is dan zijn de vruchten overeenkomstig. “Iedere goede boom brengt goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen.” Het is onmogelijk geloof te hebben zonder de overeenkomstige vruchten.

Uiterlijk zien de wolf en het schaap er hetzelfde uit: beiden lijken op schapen. Maar het zijn de vruchten die het verschil maken. Terwijl de wolf vruchten draagt zoals genoemd in Galaten 5:19-21, brengt een schaap vruchten voort zoals beschreven in Galaten 5:22,23.

Galaten 5:22-23
“De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet.”

Laten we daarom op onszelf toezien (Handelingen 20:28). Laten we onszelf onderzoeken of we in het geloof zijn (2 Korinthe 13:5). Welk soort vruchten komt voort uit ons hart? Galaten 5:19-21 of Galaten 5:22,23? We hebben geen baat bij geweldige verkondigingen of bij het zeggen van “Heere, Heere” wanneer ons hart niet in orde is. Het heeft geen zin de Heere te eren met onze lippen wanneer ons hart ver van Hem is.

Jesaja 29:13
“Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij eren met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houden

I Samuel 16:7
“Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.”

De Heere is geïnteresseerd in het hart. Laat het daarom zuiver zijn, een huis gereingd voor de Heere, vol van geloof en goede vruchten.

Anastasios Kioulachoglou