Bijbelse Waarheden

Studies over liefde (Deel 1) (PDF) PDF-Versie

Studies over liefde (Deel 1)



Liefde is een van de woorden die heel vaak in de Bijbel gebruikt worden. In deze studie, zowel als in deel 2, zullen we in detail kijken naar wat het Woord van God zegt over liefde.

Liefde: wat is het?

Voordat we over de liefde spreken moeten we zeker weten dat we begrijpen wat het is. Daarom moeten we het Woord van God bestuderen om te zien hoe dit het woord 'liefde' omschrijft. Dat is precies wat we nu gaan doen, beginnend met Galaten 5.

Het vlees en de geest

Galaten 5 is een hoofdstuk wat voor een groot gedeelte opgedragen is aan de tegenstelling tussen de oude natuur (geaardheid, “vlees” genoemd in Galaten 5) en de nieuwe natuur (“geest” genoemd) en het conflict tussen deze twee. Wat betreft de termen “vlees” of “oude natuur” en “geest” of “nieuwe natuur”, deze worden gebruikt om de toestand van de mens te beschrijven, voordat en nadat hij gelooft. Voordat iemand gelooft wordt hij beschreven als “dood in overtredingen en zonden” (Efeze 2:1). Wat voor werk de ongeredde mens ook doet, in God's ogen is hij dood in overtredingen en zonden. Hij mag dan beschaafd lijken, aan goede doelen geven, voor de vrede demonstreren of voor de dieren of voor het milieu, in God's opinie is hij dood in overtredingen en zonden, een geruineerd mens, “vervreemd van het leven dat uit God is” (Efeze 4:18), precies zoals Adam na de zondeval. Enkele van de termen die de Bijbel gebruikt om deze mens te omschrijven in zijn geruineerde staat zijn: “de oude mens” (Efeze 4:22, Kolossenzen 3:9), het “vlees” (Galaten 5:13-26), “de natuurlijke mens” (1 Korinthe 2-14) en “het lichaam van deze dood” (Romeinen 7:24).

Gelukkig is deze geruineerde natuur, “het vlees”, niet de enige mogelijkheid voor een mens. De mens is niet veroordeeld tot een eeuwige dood in overtredingen en zonden. De situatie kan veranderd worden door met de mond de Heere Jezus te belijden en met het hart te geloven dat God Hem uit de dood heeft opgewekt. Zoals Romeinen 10:9 ons vertelt:

Romeinen 10:9
“Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden”.

Galaten 5:16-1
“Maar ik zeg: Wandel door de Geest [de nieuwe natuur] en u zult zeker de begeerte van het vlees [de oude natuur] niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.”

De oude natuur (of geaardheid), of het vlees, is tegen de nieuwe natuur of de geest. Om overwinnaar te zijn in dit conflict, wat nodig is, is om te wandelen in de nieuwe natuur, de geest. Het resultaat van een wandel in de nieuwe natuur, naar de geest, wordt ons verteld in Galaten 5:19-23, zowel als het resultaat van een wandel in de oude natuur , in het vlees:

Galaten 5:19-23
“Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet.”

In de eerste categorie zien we de werken van het vlees, d.w.z. werken die een manifestatie zijn van de oude natuur, en in de tweede categorie “de vrucht van de geest”, d.w.z. het product van een wandel naar de geest, in de nieuwe natuur. Neem nu de liefde als voorbeeld: we zien dat het behoort in de categorie van de vrucht van de geest, de nieuwe natuur. Daarom is liefde niet een kwaliteit die we in de oude mens kunnen vinden, sinds het de vrucht van de NIEUWE mens is, de nieuwe natuur. Met deze nieuwe natuur hebben we de mogelijkheid gekregen om lief te hebben, om blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, en zelfbeheersing te hebben. Door te wandelen in de nieuwe natuur, naar de geest, zullen we dit alles hebben als vruchten.

Zodoende kunnen we concluderen: er zijn twee naturen, geaardheden: de ene wordt het vlees, of de oude natuur genoemd. Deze geaardheid hadden we voordat we geloofden in de Heere Jezus Christus en Zijn opstanding. Nadat we geloofden ontvingen we een nieuwe natuur, “de geest” genoemd in Galaten 5. Het vlees, de oude natuur, is dood in overtredingen en zonden en niets goeds komt eruit voort. We kunnen nu begrijpen dat, opnieuw de liefde als voorbeeld gebruikend, de wereld niet echt een correct gebruik heeft wanneer men zegt “ik hou van je”. Liefde, zoals gedefinieerd in de Bijbel, is een product van de geest, van de nieuwe natuur en kan alleen voortgebracht worden door diegenen die deze natuur hebben (d.w.z door Christenen, door mensen die met de mond de Heere Jezus belijd hebben (Hem tot hun Heer gemaakt hebben) en in hun hart hebben geloofd dat God Hem uit de dood heeft opgewekt), EN ook naar deze natuur wandelen. Hetzelfde geldt voor de andere kwaliteiten, omschreven als de vrucht van de geest: deze vruchten kunnen alleen voortgebracht worden door mensen die de nieuwe natuur hebben EN ernaar wandelen.

Liefde in I Korinthe 13:4-7

1 Korinthe 13:4-7 is de meest gedetaileerde omschrijving van wat liefde is en wat het niet is. We lezen:

1 Korinthe 13:4-7
“De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet, zij doet niet gewichtig, zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid, zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.”

We zullen nu in meer detail onderzoeken wat de verschillende aspecten van liefde wel of niet zijn.

“Liefde is geduldig” (1 Korinthe 14:4)

Het woord “geduldig” is het Griekse werkwoord “makrothumeo” dat bestaat uit de woorden “makros”, wat betekent “lang” en “thumos”, wat betekent “kwaadheid”, “toorn”. Met andere woorden, “makrothumeo” betekent “het duurt lang voordat je kwaad wordt”1 en is het tegenovergestelde van “opvliegend”. “Makrothumeo” heeft meer de betekenis van geduld met mensen dan van geduld met situaties. Voor dit laatste bestaat een ander Grieks woord, wat verderop in hetzelfde gedeelte van 1 Korinthe voorkomt. Dus de liefde wordt niet snel kwaad met mensen, is niet opvliegend, maar verdraagt geduldig.

“Liefde is vriendelijk” (1 Korinthe 14:4)

Een ander kenmerk van liefde is vriendelijkheid. Het Griekse woord voor “vriendelijkheid” is het werkwoord “chresteuomai” wat in het Nieuwe Testament alleen hier voorkomt. Het wordt echter verschillende malen in twee andere vormen gebruikt. Als het bijvoeglijk naamwoord “chrestos” en als het zelfstandig naamwoord “chrestotes”. “Chrestos” betekent “goed, lieflijk, welwillend, goedaardig, actief weldadig ondanks ondankbaarheid. Zodoende betekent “chresteuomai”: zichzelf presenteren als zachtmoedig, goedaardig, welwillend ondanks het feit dat men geconfronteerd wordt met ondankbaarheid.

“Liefde is niet jaloers” (1 Korinthe 14:4)

Het woord “jaloers” in dit gedeelte is het Griekse werkwoord “zeloo”. Het zelfstandig naamwoord is “zelos”. “Zeloo” en “zelos” worden zowel in positieve als negatieve betekenis gebruikt. In de positieve betekenis is het “ijver”, “geestdrift”. Zo worden we bijvoorbeeld in 1 Korinthe 14:1 opgeroepen de liefde na te jagen en te streven [zeloo] naar de geestelijke gaven. Maar merendeels worden zelos en zeloo in hun negatieve betekenis gebruikt. Het betekent dan “afgunst”, “jaloezie”. Jakobus 314-16 maakt de bron en resultaten van jaloezie duidelijk.

Jakobus 3:14-16
“Wanneer u echter bittere afgunst [zelos]en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid. Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels. Want waar afgunst [zelos] en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken.”

De bron van afgunst en jaloezie is het vlees, de oude natuur (zie ook Galaten 5:20). Waar afgunst is ben jij blij wanneer ik lijd en ik blij wanneer jij lijdt, geheel in tegenspraak met wat het Woord God's ons opdraagt (1 Korinthe 12:26). In tegenstelling tot wanneer je liefhebt, en die liefde kent geen afgunst, ben je blij wanneer ik blij ben en lijdt je met mij mee wanneer ik lijd.

“Liefde pronkt niet” (1 Korinthe 14:4)

Het woord “pronkt” hier is het Griekse werkwoord “perpereuomai” wat betekent “zichzelf voordoen als een opschepper”. Het is het soort gedrag wat continue zegt “Ik heb gedaan, Ik heb gemaakt, I heb dit en dat”. Het woord “ik” wordt erg vaak door zo'n persoon gebruikt. Als Christenen doen we soms hetzelfde. We zeggen: “Ik heb dit gedaan voor de Heere...”, “Ik heb zoveel gebeden”, “Ik heb zo veel tijd aan bijbelstudie besteed vandaag”, “Ik weet dit alles uit de Bijbel”, en we bedoelen dat wij meer waard zijn dan de ander die waarschijnlijk niet zo veel gedaan heeft. Echter, wanneer we werkelijk liefhebben, pronken we niet, want we herkennen dat er niets is wat ons doet verschillen van andere broers of zusters in het Lichaam. Zoals 1 Korinthe 4:7 zegt:

1 Korinthe 4:7
“Want wie maakt onderscheid tussen u? En wat hebt u dat u niet hebt ontvangen? En als u het ook ontvangen hebt, waarom roemt u alsof u het niet ontvangen had?”

Alles wat we hebben is ons door de Heere gegeven. We hebben niets zelf bereikt. Daarom hebben we niet het recht te roemen in iets anders dan de Heere zelf. Zoals 1 Korinthe 1:31 ons vertelt:

1 Korinthe 1:31
“WIE ROEMT, LAAT HEM ROEMEN IN DE HEERE”

Zouden we zodoende in onze eigen mogelijkheden, waarde of zelfs aanbidding roemen? Als we liefhebben doen we dat niet. Want als we liefhebben roemen we in de Heere en alleen in de Heere.

“Liefde doet niet gewichtig” (1 Korinthe 14:4)

Een ander ding wat liefde niet doet is gewichtig zijn. Het Griekse woord voor “gewichtig” is het werkwoord “fusioo” wat letterlijk betekent “blazen, puffen, opblazen”. Het wordt in het Nieuwe Testament 7 keer gebruikt, waarvan 6 maal in 1 Korinthe.2 In alle gevallen wordt het woord figuurlijk gebruikt met de betekenis van trots. Een karakteristiek voorbeeld hiervan zien we in 1 Korinthe 8:1 waar we lezen:

1 Korinthe 8:1-3
“En wat de afgodenoffers betreft: wij weten dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen [fusioo], maar de liefde bouwt op. En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen. Maar als iemand God liefheeft, is hij door Hem gekend.”

Hoofdkennis maakt ons opgeblazen. We bestuderen de Bijbel niet om hoofdkennis te vergaren maar om God te leren kennen, die zichzelf erdoor openbaart. Zoals 1 Johannes 4:8 zegt: “Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.” Zonder liefde kunnen we God niet kennen, zelfs wanneer we een uitgebreide kennis hebben van de Schriften. Bovendien, wanneer deze kennis slechts hoofdkennis blijft en niet vergezeld gaat van liefde is het resultaat dat we opgeblazen worden, vol van trots, wat geheel het tegendeel is van de liefde.

“Liefde handelt niet ongepast” (1 Korinthe 14:5)

Iets anders wat liefde niet doet is “ongepast” handelen. Het woord “ongepast” is het Griekse werkwoord “aschemosune” dat betekent “zich ongepast gedragen...immoreel handelen”. Zo wordt bijvoorbeeld in Romeinen 1:27 de zonde van homosexualiteit “aschemosune” (het resultaat van “aschemoneo”) genoemd. Liefde zodoende, gedraagt zich niet immoreel, opgepast, en wanneer zulk een gedrag zich openbaart heeft het slechts een oorzaak: de oude mens.

“Liefde zoekt niet haar eigen belang” (1 Korinthe 14:5)

Een ander kenmerk van liefde is dat het niet haar eigen belang zoekt. Het woord “eigen” is het Griekse bijvoeglijk naamwoord “eautou”. Op een heleboel plaatsen in de Bijbel worden we verteld niet dat wat van “onszelf” is te zoeken. Romeinen 15:1-3 vertelt ons:

Romeinen 15:1-3
“Maar wij die sterk zijn, zijn verplicht de zwakheden van hen die niet sterk zijn te dragen, en niet onszelf te behagen. Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. Want ook Christus heeft niet Zichzelf behaagd, maar zoals geschreven staat: Al de smaad van hen die U smaden, is op Mij gevallen.”

Eveneens in 1 Korinthe 10:23, 24
“Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op. Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar ieder dat van de ander.

Wanneer we in liefde wandelen proberen we niet onszelf te behagen, onszelf het middelpunt van alle activiteiten te maken (individualisme). In tegendeel, God in liefde dienende, streven we ernaar de ander te behagen, te zegenen. Dat is wat Jezus Christus deed. Hij diende God in liefde en was er niet op uit zichzelf te behagen. Dat is waarom Hij naar het kruis ging. Zoals Filippenzen 2:7-11 ons vertelt:

Filippenzen 2:7-11
“maar Zichzelf [eautou] ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom [als resultaat] heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.”

Vanwege de liefde die Jezus had voor ons, ontledigde Hij zichzelf voor ons en ging naar het kruis. Maar was dat tevergeefs, eindigde dat in een persoonlijk verlies? NEE. In tegendeel, omdat Hij dat deed heeft God Hem bovenmate VERHOOGD. Op dezelfde manier, wanneer wij liefhebben , leggen we we onze eigen belangen aan de kant en geven we prioriteit en aandacht aan God en onze broeders en zusters in het Lichaam. Ik moet hier benadrukken dat, wanneer we over “eigen belang” spreken, we niet onze eigen prive verplichtingen bedoelen, die zaken waar we voor moeten zorgen als een deel van ons leven. Maar we spreken over dingen waar we onze tijd aan verspelen, inspanningen van het vlees die God geen glorie brengen en alleen de oude mens verzadigen.

Door onze volle aandacht aan God en Zijn volk te geven wachten ons een groot aantal beloningen, hier en in de hemel. Zoals Christus zei in Johannes 12:25-26

Johannes 12:25-26
“Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven. Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.”

Eveneens in Markus 10:29-30
“En Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt HONDERDVOUDIG, NU IN DEZE TIJD, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, EN IN DE WERELD DIE KOMT, het eeuwige leven.”

Hoeveel andere investeringen ken je die HONDERDVOUDIG, NU IN DEZE TIJD teruggeven? Ik ken geen enkele andere! En zeker weten ken ik er geen die je het eeuwig leven geeft IN DE WERELD DIE KOMT!

“Liefde wordt niet verbitterd” (1 Korinthe 14:5)

Dit woord “verbitterd” is het Griekse werkwoord “paroxuno” wat letterlijk betekent “slijpen door middel van wrijving, prikkelen, aanslijpen, opstoken, agiteren, ergeren”. Het overeenkomstig zelfstandig naamwoord is “paroxusmos” waarvan het engelse “paroxysm” is afgeleid. Blijkbaar gaan provocatie en kwaadheid niet samen met echte liefde want ze zijn tegengesteld.

“Liefde denkt geen kwaad” (1 Korinthe 14:5)

Het woord “denkt” is het Griekse werkwoord “logizomai” wat betekent “beschouwen”. Letterlijk betekent het “met je verstand bedenken, zich bezig houden met gissingen en berekeningen”3. Een meer accurate vertaling in het engels is in de NIV: “love keeps no record of wrongs” (liefde houdt geen lijst bij van onrecht) d.w.z de liefde vergeet snel en voor altijd het onrecht wat het is aangedaan. Mensen zijn soms jaren bezig hun wraak te plannen op iemand die hun gekwetst heeft. Maar wanneer we in de nieuwe natuur wandelen, wanneer we in liefde wandelen, dan houden we geen lijsten bij van alle kwaad wat ons is aangedaan, maar we vergeten het.

“Liefde verblijdt zich niet over de ongerechtigheid maar verblijdt zich in de waarheid” (1 Korinthe 14:6)

Het woord “ongerechtigheid” is het Griekse woord “adikia”. Het betekent: “dat wat niet overeenkomt met recht, wat niet zou moeten zijn, dat wat niet zou moeten zijn vanwege geopenbaarde waarheid, dus onrecht, ongerechtigheid”. Alles wat tegen de waarheid is is ongerechtigheid. En sinds we uit Johannes 17:17 weten dat de waarheid het Woord van God is, alles wat tegengesteld aan dit Woord is is ongerechtigheid, “adikia”. Zodoende verblijdt de liefde zich over de waarheid, het Woord van God en niet over wat daar tegenin gaat, wat ongerechtigheid is.

“Liefde bedekt alle dingen” (1 Korinthe 14:7)

Het woord “bedekt” is het Griekse werkwoord “stego”. Een karakteristiek voorbeeld van dit woord vinden we in 1 Korinthe 9:12 waar we lezen dat Paulus en zijn gezelschap, ondanks hun grote verantwoordelijkheden, de voorkeur eraan gaven om niet hun recht te gebruiken om “te leven van het Evangelie” maar zegt “wij verdragen [stego] alles, opdat wij geen enkele hindernis opwerpen voor het Evangelie van Christus”.

“Liefde gelooft alle dingen” (1 Korinthe 14:7)

Het woord “gelooft” is het Griekse werkwoord “pisteuo” wat 246 keer voorkomt in het Nieuwe Testament. Het bijbels gebruik van “geloven” is geloven wat God geopenbaard heeft in Zijn Woord of door de manifestaties van Zijn Geest4 (die echter in overeenkomst moeten zijn met het geschreven Woord). Zodoende gelooft de liefde alle dingen die God zegt, zowel in Zijn Woord als door de manifestaties van de geest.

“Liefde hoopt alle dingen” (1 Korinthe 14:7)

Een ander aspect van de liefde wat het Woord van God ons vertelt is dat zij alle dingen hoopt. Opnieuw moeten we hier “alle dingen” lezen binnen de context van het Woord van God. Net zoals met geloven is het ook met hopen: alle dingen die het Woord van God zegt. Daardoor hoopt de liefde voor alle dingen die door God als toekomstelijke realiteiten zijn aangewezen, alle dingen waarop we hopen. Het meest duidelijke is natuurlijk de hoop op de wederkomst van onze Heere Jezus Christus.

“Liefde verdraagt alle dingen” (1 Korinthe 14:7)

En als laatste leren we dat de liefde alle dingen “verdraagt”. Het woord “verdraagt” is het werkwoord “hupomeno”. De betekenis is overeenkomstig met de betekenis van “makrothumeo” (geduldig) wat we eerder gezien hebben. Het verschil is dat “hupomeno” wijst op een reactie op omstandigheden, duidend op geduld in aanwezigheid van moeilijkheden. “Makrothumeo” daarentegen, wijst op een reactie op mensen en duidt op geduld met gebreken en zelfs provocaties van anderen, zonder wraak te nemen5. De liefde zodoende, is niet alleen geduldig met mensen (makrothumeo) maar ook met omstandigheden (hupomeno). De liefde wacht geduldig in moeilijkheden, zonder te bezwijken.

Liefde in 1 Korinthe 13:4-7 : Conclusie

Als conclusie, we hebben gezien dat liefde een gevolg is van een wandel naar de nieuwe natuur, d.w.z het onstaat wanneer we aannemen en gebruiken, alle dingen die het Woord van God zegt die we zijn en die we kunnen doen. We hebben tevens in detail gezien wat 1 Korinthe 13:4-7 zegt over liefde. In het artikel “Studies over liefde (Deel 2)” zullen we nog meer zien over hetzelfde onderwerp.

Anastasios Kioulachoglou

 



Voetnoten

1. Zie: E.W.Bullinger: "A critical lexicon and concordance to the English and Greek New Testament", Zondervan Publishing House, Grand Rapids, 1975, p. 464. Tenzij anders aangegeven, alle definities in dit artikel komen uit deze bron.

2. Het wordt gebruikt in 1 Korinthe 4:6, 18, 19, 5:2, 8:1, 13:4 en in 2 Korinthe 2:18

3. Zie Dimitrakou: “The Great Lexicon of the Greek Language”. Domi Publishers, Athens, 1964, p.4, 362.

4. Wat God zegt door de geest, wanneer het werkelijk van God komt, is altijd in overeenstemming met het geschreven Woord van God.

5. Zie S. Zodhiates, The Complete Word Study Dictionary, AMG Publishers, p. 1424